Ontdek welke angst per leeftijd "normaal" is.

Gepubliceerd op 27 juli 2020 om 09:11

“Mammmaaaaa, Pappaaaa….. ik ben bang!” Wat doe je als je kind wakker wordt uit een nachtmerrie? Wegkruipt als er een dier aankomt? Weigert een ladder op te klimmen? Trilt van angst omdat het stormt? Je been vastgrijpt als jij op het punt staat weg te gaan?

 

Welke ouder heeft zo’n situatie nog nooit meegemaakt? Please geef een reactie, hier ben ik zo benieuwd naar. Hoe reageer je? Hoe weet je dat de angst van je kind vanzelf wel weer overgaat? Wanneer grijp je in? Het is helemaal niet zo makkelijk om te reageren op angst. Voel je mee of negeer je het? Ga je sussen of druk je door?

 

De meeste kinderen zijn gedurende een korte periode bang voor het donker, vreemden, geluiden die ze niet thuis kunnen brengen en tal van andere dingen en dan gaat het weer over. Soms ook niet. Als een kind zijn angst niet overwint, kan het probleem ernstiger worden en zich uitbreiden. Het kan zelfs in je DNA gaan zitten. Ik ben toch nooit goed geweest in lezen, ik kan het niet. Volwassenen hebben ook angsten die in de jeugd wellicht zijn ontstaan. Denk maar eens aan hoogtevrees, de angst voor spinnen of katten, spreken in het openbaar.

 

Welke angst hoort nu een beetje bij welke leeftijd? Bestuur onderstaande lijst maar eens, bedenk wel dat elk schema niet meer is dan een richtlijn. Elk kind is anders. Sommige kinderen ontwikkelen eerder dan normaal bepaalde angsten, en sommige kinderen later. Het is een richtlijn, waaraan jij als ouder kunt zien of het in de lijn der verwachtingen kan zijn.

 

Kinderangsten per leeftijdscategorie

 

Baby (0-12 maanden): Verlies van houvast, harde geluiden, bang voor vreemden, angst voor plotselinge, onverwachte en grote voorwerpen. Verlies van steun of fysiek contact met verzorgers (scheidingsangst).

 

Dreumes (1-2 jaar): Verlies van steun of fysiek contact met verzorgers (scheidingsangst), opvallende sensorische stimuli, plotselinge toenadering, vreemde voorwerpen, toilet, pijn, vreemden, harde geluiden (stofzuigers, sirenes, alarm installaties, vrachtwagens, trekkers) dieren (honden, katten, vogels etc.) het donker, grote voorwerpen, machines, verandering van vertrouwde omgeving, onweer, vuur, water, donker, nachtmerries, zien van bloed, natuurverschijnselen.

 

Peuter (2-4 jaar): Verlies van steun of fysiek contact met verzorgers (scheidingsangst), opvallende sensorische stimuli, harde geluiden, plotselinge toenadering, vreemde voorwerpen, toilet, pijn, vreemden, harde geluiden (stofzuigers, sirenes, alarm installaties, vrachtwagens, trekkers) dieren (honden, katten, vogels etc.) het donker, scheiding van de ouder, grote voorwerpen, machines, verandering van vertrouwde omgeving, onweer, vuur, water, donker, nachtmerries, zien van bloed, natuurverschijnselen, maskers, geluiden in het donker, verlies van lichamelijke integriteit (dokter, kapper).

 

Kleuter (4-6 jaar): Dieren, ‘slechte’ mensen (kinderlokkers), donker, scheiding van ouder, lichamelijk letsel, zien van bloed, bovennatuurlijke wezens (spoken, heksen, aliens), donder en bliksem, natuurverschijnselen, donker, alleen thuis zijn, alleen slapen, specifieke objecten, de dood of dode mensen, verlies van lichamelijke integriteit (dokter, kapper).

 

Kind (6-9 jaar): Bovennatuurlijke wezens (heksen, spoken, aliens) donker, angsten gebaseerd op nieuwsfeiten, alleen zijn, lichamelijke letsel, bacteriën of het krijgen van een ziekte, natuurrampen, de dood of dode mensen, falen bij prestaties, beoordeling door leeftijdgenoten, zelfveroordeling door de ontwikkeling van het geweten, anticipatie op reële nare gebeurtenissen (echtscheiding ouders, ziekten van familielid, criminaliteit, oorlog, eigen sterven).

 

Kind (9-12 jaar): Donker (klein percentage) angsten gebaseerd op nieuwsfeiten, lichamelijke letsel, bacteriën of het krijgen van een ziekte, natuurrampen, de dood of dode mensen, falen bij prestaties op school en sport en spel, beoordeling door leeftijdgenoten, afwijzing van leeftijdsgenoten, proefwerken en examens op school, uiterlijk, zelfveroordeling door de ontwikkeling van het geweten, anticipatie op reële nare gebeurtenissen (echtscheiding ouders, ziekten van familielid, criminaliteit, oorlog, eigen sterven).

 

Adolescentie (12-19 jaar): Afwijzing door leeftijdgenoten, falen bij prestaties, situaties waarin wordt beoordeeld, met name door het andere geslacht. Eigen uiterlijk, Existentiële angst (milieuramp, stikstof kwestie, kernoorlog), hypochondrische overwegingen (ongeneeslijke ziekten, aids).

 

Bron kinderangsten per leeftijd: Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, www.ncj.nl

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.