Vervelend he, als je kind dat zegt. Je wilt zo graag dat het hem/ haar lukt. Dat ze in zichzelf geloven en dan krijg je dit. Gelukkig heb ik daar wat op gevonden, en het is eigenlijk vrij simpel (daarover later meer, eerst even wat uitleg hoe dat nu kan). Je kind denkt dat het iets niet kan, maar het is natuurlijk niet zo.
Je kind heeft bepaalde overtuigingen. Deze zijn ontstaan in de loop van de tijd. Denk maar eens aan een ui. Een ui bestaat uit verschillende laagjes. Het eerste laagje is de buitenkant, de omgeving en het gedrag wat je daadwerkelijk ziet. De weerbarstige velletjes, de deukjes, de viezigheid van de grond oftewel het onhandige gedrag.
Het tweede laagje is wat je kunt en je vaardigheden en als je denkt dat je iets niet kunt, dan lukt het ook niet.
Het derde laagje van de ui, is het laagje van het geloof. Waar geloof je in, en werkt dit ook voor de situatie waarin je zit? Je overtuigingen. Geloof je in een betere wereld? Doe je daar dan ook aan mee of gooi je achteloos je chipszak in de natuur?
Het vierde laagje is, het laagje over jezelf. Hoe denk jij over jezelf? Vind je jezelf goed genoeg? Mag je er zijn van jezelf? En de kern van de ui, het binnenste is je ware kern. Je ideaal, je missie, je diepste waarden waarom je doet wat je doet. Gaandeweg heeft je kind zichzelf wijs gemaakt, dat het niet kan lezen, of dat het niet lenig is of het toch nooit lukt om te winnen want ik ben niet snel genoeg. Ergens is deze overtuiging ontstaan. Wanneer? Dat doet er niet toe. Dat is ook niet uit te zoeken. De overtuiging ‘ik kan het toch niet’ kan zelfs in het DNA gaan zitten. Dat is absoluut niet wat je wilt. Je wilt dat je kind weer gelukkig wordt, en het lef heeft om te zeggen dat het iets niet kan, én het toch probeert. Van proberen kun je immers leren.
Als je weet in welk laagje de overtuiging van je kind zit, dan kun je hem/haar daar ook mee helpen. Dat is was ik doe in de training van Angsthaas naar Stuntkip. Je kunt je kind wel naar een sociale vaardigheidstraining sturen, maar als het niet goed over zichzelf denkt, ‘ik kan het toch niet’, gaat die vaardigheidstraining ook niet helpen. Want dat richt zich namelijk op het tweede laagje, je vaardigheid. Eigenlijk zou je dus eerst aan het zelfbeeld moeten werken en daarna aan de vaardigheden.
Kortom het gaat erom dat je kind weer in zichzelf gaat geloven. Hoe doe ik dat dan? Ik heb voor mijn training van Angsthaas naar Stuntkip, twee typetjes bedacht. Namelijk Angsthaas en Stuntkip. Angsthaas is een type dat overal bang voor is, niet in zichzelf geloofd, dingen niet kan en het ook niet wil leren, het lukt toch niet. Stuntkip is nergens bang voor. Die probeert eindeloos totdat hij het wél kan. Geniet van al zijn fouten en moet er ook nog eens om lachen. Ik vraag altijd aan de kinderen of ze meer op Angsthaas willen lijken of toch liever op Stuntkip? Angst hebben is niet erg, dat is juist goed, anders word je roekeloos wat voor ongelukken kan zorgen. Angst zorgt voor focus en concentratie. Teveel aan angst is niet goed, want dat belemmert je om dingen te doen, zoals bij Angsthaas het geval is. Stel je vindt iets spannend. Probeer dan aan Stuntkip te denken. Stel je staat op het punt van opgeven. Vraag jezelf dan af of Stuntkip zou opgeven? Nee? Dan jij ook niet. Het helpt, echt waar! Probeer het maar eens met planken, 1 minuut volhouden. Denk wanneer het echt zwaar wordt aan Stuntkip. Je zult zien, je houdt het vol.

Reactie plaatsen
Reacties